“Hebben jullie het al gezien? Buiten schijnt het zonnetje! Hebben jullie zin om mee op ontdekkingstocht te gaan? Trek dan snel je laarsjes aan en kom snel mee naar buiten!”

  • “Hé, wat voor een gek geluidje horen we daar? Het is een hommel/bij dat voorbij komt zoemen.”

Ga in kleermakerszit zitten en leg je handen op je buik. Sluit je ogen, adem goed in en zoemen maar! ‘mmmm…’

  • “Joepie! Er staat een reuzentrampoline in onze tuin” “Spring je mee? We doen om ter hoogste?”

– Springen met 2 voeten samen

– Met de benen open en toe springen

– Springen op 1 been

– …

“Kan jij nog op andere manieren springen?”

  • “Het gras is juist gemaaid. Kan je het frisse gras ruiken?”

“O, er ligt nog een boomstammetje op het gras.” “Rollen jullie mee naar de overkant?”

Ga liggen in het gras, doe je handen in elkaar en maak je goed lang. Rol nu zoals een boomstammetje naar de overkant.

Kan je ook terug in de andere richting rollen?

  • “Kijk, daar vliegt een vlindertje van bloem tot bloem in onze tuin!”

Ga zitten, plak je voetzolen tegen elkaar en houd je voeten vast. Beweeg nu je knieën op en neer en fladder zo maar rustig rond. Als je een bloemetje tegenkomt, doe je je vleugeltjes even toe (knieën tegen elkaar) en laat je je hoofd er maar eventjes op rusten.

(herhaal enkele keren)

  • “Onze handen worden nu ook bloemetjes.” “Maak vuisten zodat je blaadjes (=vingers) verstopt zitten.” “Het zonnetje laat onze blaadjes zachtjes opengaan.”
  • “Tussen het gras zien we plots een pluimpje van een vogel liggen”.

– Houd het pluimpje goed vast en probeer het maar eens te laten bewegen.

– Ga op je buik liggen en leg het pluimpje voor je. Kan het verder blazen? (hard, zacht blazen)

  • Massageverhaaltje: je kan dit per 2 uitvoeren of bij jezelf (zitten en op de buik of benen uitvoeren)

“We mogen papa/mama/… helpen bij het zaaien.” “We nemen ons potje klaar en beginnen er aan!”:

– We scheppen zand in ons potje -> met je vuist een draaiende beweging maken

– We kloppen het zand zachtjes aan -> met je platte hand zachtjes kloppen (kan met binnen- of buitenzijde van de hand)

– We maken voorzichtig kleine putjes met onze vinger in het zand -> rondjes maken met je vinger

– We stoppen de zaadjes er voorzichtig in -> zachtjes duwen met de vinger

– Onze zaadjes hebben ook water nodig om te kunnen groeien. We gieten met onze gieter en laten de waterdruppeltjes zachtjes vallen -> zachtjes tokkelen met de vingers

– Om goed te kunnen groeien hebben onze zaadjes ook nog warmte van de zon nodig. -> Wrijf je handen lekker warm tegen elkaar en leg ze op het ‘zand’ (herhaal 3x)

  •  Droomverhaal ‘de wolk’

Tip: je kan deze muziek opzetten op de achtergrond bij en/of na het verhaal

https://www.youtube.com/watch?v=Lz41-JtVgOg&list=RDLz41-JtVgOg&start_radio=1&t=24

“Nu mag je een leuk plekje uitkiezen en gaan liggen. Je kan hierbij een dekentje/handdoek over jou leggen. Sluit je ogen of bedek ze met je dekentje of je arm.

“Je ligt lekker in het gras en voelt het lekker warme zonnetje. Voel maar eens hoe de zonnestralen je gezicht warm maken, je benen, je armen, je buik, …

Nu je daar zo lekker warm ligt, kijk je maar eens naar boven. Je ziet de blauwe hemel met enkele wolkjes er in. Er komt een wolkje naar beneden zodat jij er kan opstappen. Ga er maar rustig op liggen en voel hoe de wolk zachtjes hoger en hoger de lucht in gaat. Als je hoog genoeg bent, zweeft de wolk zachtjes verder met de wind. Je voelt je helemaal rustig en veilig. Laat je zo maar rustig verder zweven op jouw wolk.”

Afsluiting: “We gaan nu terugkeren. Onze wolk gaat weer zachtjes naar beneden tot we weer in het gras liggen. Wiebel maar met je vingers en tenen; Rek je maar eens goed uit en kom rustig rechtzitten.”

Veel plezier met dit yoga-verhaal over de lente!

Namasté!

Liefs, Lynn